De praktijk

Daar zitten ze dan de nieuwe slimme kleuters. Ik heb ze uit de klassen gehaald en verteld dat ik een denkverhaal ga voorlezen. Dat vinden ze een grappig woord. Als ik vraag wat dat kan betekenen dan komen langzaam kleine wijsheden over tafel. “Dat is een verhaal dat denkt”, “Nee, een verhaal om te denken” en één kleuter zegt “Ik denk even niets”. Ik vertel het groepje dat het een verhaal is om over na te denken en dat ik daarna een beetje rare vragen heb om over na te denken. Oké, dat zien ze wel zitten.

Het verhaal is ook om te lachen want er gaat iemand met een super-duper-snelle-bed-lift door de aarde en komt aan de andere kant er weer eruit.
Waar komen we uit aan de andere kant van de aarde?
Volgens de één vast bij de Efteling, want dat is héél ver weg en volgens de ander bij de Indianen, want die leven onder de grond.
Een kind weet het… Aruba! Want daar kon je ijs kopen ín een zwembad. : )

Een kleuter trekt met haar vingers spleetoogjes. Ik maak de anderen er op attent en we vragen waarom ze dat doet. Ze komt met een prachtig verhaal over Chinese mensen aan de andere kant van de aarde. De kinderen stellen vragen aan elkaar en zonder dat ze het beseffen leren ze van elkaar.
“….Ik denk dat ik dan de mensen daar niet kan verstaan en dan weet ik niet wat ze zeggen”

Bij de les gebruik ik verhalen, gedichten en praatplaten uit de werkmap die naadloos op het thema aansluiten. We hebben het over het thema Mensen deze weken.
De kleuters herkennen het thema uit de klas en zitten sneller op de filosofeerstoel. Ze laten zich sneller meevoeren met het verhaal en herkennen begrippen en woorden uit de les. Win win dus.

Vooraf maken we afspraken. Als je geen antwoord weet, mag je je hand op tafel naar voren schuiven. Je krijgt dan geen beurt maar je moet even goed nadenken. Ik kom na een vraagrondje weer terug om te vragen of je iets hebt bedacht, dat is de afspraak. Achterover leunen is bijna onmogelijk zo.

De klapper is een kleuter die naar de andere kant van de aarde gaan maar vermoeiend vond.
“…. dan moet ik staan en lopen en kijken en doen en praten….en daar word ik zó moe van!”
Ook dat kan een eindconclusie zijn van wat we geleerd hebben van het verhaal.